Zondag organiseerde NL Tour Ride weer de Flandrien Tocht, zoals ze elk jaar doen. Voor ons was het echter al acht jaar geleden, dus het leek ons leuk om weer eens richting Breda te gaan. In de week voorafgaand hebben we nog flink getraind en de wind getrotseerd, omdat het zondag ook behoorlijk zou waaien.
Samen met Rob gingen we vroeg op pad om lekker op tijd te starten, en dat lukte. Na de koffie, om 08:45 uur, gingen we op pad met een wind die nog een beetje meewerkte. Zo haalden we aardig wat vroege starters in, maar niemand sloot zich bij ons aan.
Bij Gilze werd het echt werken en ploeteren tegen de wind in, die ook nog eens koud was. Al gauw werden we ingehaald door een behoorlijke groep waar we mee konden liften, en zo vlogen we door Alphen. Ja, vlogen, want met 37 à 38 km per uur gingen we door het stadje en verder over de smalle fietspaden. Maar goed, met concentratie en goed doortrappen ging het super goed.
Zo gingen we ook nog door Baarle-Hertog. Hoe dat dorp eruitzag kan ik je niet vertellen, want al enige tijd zag ik alleen het achterwiel van mijn voorganger en het ging nog steeds goed. Bij Ulicoten ging het (bijna) fout op een fietspad met eenrichtingsverkeer. Een tegenligger kwam ons tegemoet en dat moest wel een held of heldin zijn om tegen de richting in op een aanstormend geweld af te gaan. Het gevolg was dat het hele peloton flink in de remmen moest en ruimte moest maken. Gelukkig liep het goed af en kwam iedereen met de schrik vrij. Dus hop, het gas ging er weer op en de snelheid liep weer flink op.
Ook kwamen we nog op een klinkerweg die niet zou misstaan in de “Ronde van Vlaanderen”, maar ook die namen we met hoge snelheid en ik kan zeggen dat mijn fiets dit niet zo leuk vond. Vlakbij het dorp misten wij een pijl en reden we verkeerd, dus gauw omkeren en het juiste pad nemen. Ik dacht dat Rob wel het juiste pad had genomen, dus ik ging in de achtervolging. Nu was de wind wel gunstig, dus ik kon alleen best wel wat snelheid maken en zo haalde ik wat andere wielrenners in, maar Rob zag ik nog steeds niet. Totdat ik achter mij een bekende stem hoorde; Rob zat dus achter mij en niet voor mij zoals ik dacht.
Vanaf dat punt zijn we weer lekker samen doorgegaan en hebben we de hectiek gelaten voor wat het was. Na de verzorgingspost reden we achter een groepje dat het iets rustiger aan deed, maar toch lekker doorreed. Lekker mee peddelen was dat, tot de splitsing van 75 km en 150 km. Daar namen we weer afscheid en waren we weer op elkaar aangewezen, of beter gezegd was ik weer aangewezen op Rob. Rob had voor deze tocht wat rode diesel ingenomen en dieselde vrolijk door de wind, terwijl ik daar zwetend achter hing. Bij de volgende verzorgingspost was het verleidelijk om af te snijden, omdat we hier moesten kiezen voor de 110 km en de 150 km. En ja, dan weet je het wel… We namen natuurlijk de 150 km, omdat 110 km wel erg kort was. Na flink wat tukjes en wijngum van Haribo gingen we weer op pad; we hadden nu 80 km afgelegd.
Naar Essen en Nispen, hier hadden we wel meer gereden en ik berekende dat we zo dadelijk echt tegenwind zouden krijgen en dan nog 50 km te gaan hadden. Maar goed, teruggaan of stoppen was geen optie. Voorbij Rucphen was er nog een post met koek, bananen en wijngum. Daar keek ik het vervolg van de route nog eens na en ik kwam erachter dat de route iets meer omhoog zou lopen richting Breda, dus zou de wind ook iets gunstiger zijn. En zo reden we met wisselende wind op Etten-Leur af. Daar besloten we nog even een gelletje te nemen, wat ook weer leven in de benen bracht. In een rap tempo haalden we weer veel groepjes en eenzame rijders in. Eén groepje wilde ook nog aansluiten, maar die hebben we niet meer gezien 😊.
Breda kwam weer in zicht en de Vlaamse friet lonkte al, dus ging het tempo nog wat meer omhoog. Voldaan kwamen we bij de finish en de friet en cola waren gauw besteld.
En de conclusie: het was weer een mooie tocht.