
Dan is de dag eindelijk aangebroken. Deze tocht hadden we, naar mijn gevoel, al eeuwen geleden afgesproken. Maar geduld wordt beloond. We hadden deze Elfstedentocht om verschillende redenen op de agenda gezet. Uiteraard omdat het een goede training is voor de komende activiteiten, zoals voor de dames een fietstocht naar Parijs en voor de Wanderers een bikepacktocht van ruim 1150 km. En Fons ging mee, ehh… gewoon voor de gezelligheid.
De dag begon al vroeg, om 05:30 uur, richting Zoetermeer. Ik voelde mij echt niet lekker; als het een werkdag was geweest, had ik mij ziek gemeld. Bij Rob aangekomen zag ik dat hij ook te weinig slaap had gehad en toen we Martijn ophaalden, vertelde hij dat zijn nachtrust was verstoord door buren die nodig moesten feesten. Het beloofde een gezellige dag te worden!En de anderen? Ach, dat viel wel mee. Fons liep al vroeg te dartelen bij de start en het was, na een lange tijd, fijn om hem weer te zien. Bij de dames was er ook niets nieuws, en dat
Romy zich verslapen had, zijn we inmiddels gewend ?? Maar goed, we konden redelijk op tijd starten, en om 07:44 uur startten we de Garmin.
De tocht zelf beloofde weer veel moois: een prachtig landschap en goed weer. De organisatie had de route aangepast en de start was wat draaien en keren. Maar Martijn, die weer als brommer fungeerde, had daar geen moeite mee. Rob, die ook voorop ging, deed dat met zijn ogen dicht. De stevige wind was merkbaar, maar met een snelheid van 30 à 31 km per uur ging het wel lekker. Mijn enige zorg was of we dat tempo zouden volhouden. Vorig jaar hield ik een snelheid aan van rond de 28 km per uur, maar goed, dat was een zorg voor later.
Lekker bijpraten met Fons en de dames, en zo waren we al snel bij Bontemorgen. Vervolgens de brug over naar Rheden, waar het klimmen begon. Maar ook dat ging goed; we konden Martijn aardig volgen, die zijn brommer had verruild voor een motor.Nog even naar Arnhem om de Postbank over te gaan. Ook deze route was aangepast, maar met gemak en slim rijden kwamen we er prima overheen. Met de wetenschap dat het klimmen nu voorbij was, ging het gas er weer op en inmiddels had Martijn alweer drie medevoorrijders versleten.
Het stempelen heb ik maar even overgeslagen. Net als bij de echte Elfstedentocht moest je elf stempels verzamelen. Soms was dat een rustplek, en soms hinderlijk omdat je lekker in de flow zat. Verder was er niet veel over te vertellen.
Nu dan richting Zutphen, wat ook het verste punt in de route was. Gebeurde er onderweg dan niets? Toch wel. Veel groepen sloten zich bij ons aan en toen ik één keer omkeek, zag ik dat het peloton was gegroeid met zeker 35 à 40 man. Maar omdat wij lekker vooraan reden, merkten we daar weinig van—TOT er een scherpe bocht naar rechts kwam, waarbij we stevig in de remmen gingen.
De rijders achter ons hadden dat niet goed in de gaten. Waarschijnlijk waren ze al blij dat ze ons konden bijhouden. Net toen ik de bocht inging, kreeg ik een knal van achteren en reed er iemand vol tegen mij aan. Nu heb ik altijd geleerd mijn lijn te blijven volgen en niet te schrikken, dus bleef ik op mijn fiets zitten. De man achter mij had inmiddels ook zijn remmen gevonden, maar daarachter hoorde ik het geluid van carbon dat op het asfalt kletterde—en uiteraard de persoon die op dat carbon zat. Maar goed, er waren genoeg mensen bij, dus vervolgden wij onze weg. Bij de volgende stop kreeg ik nog de excuses van de meneer die mij een blauwe plek had bezorgd, maar goed, zoiets kan gebeuren.
Op weg naar Doetinchem dacht ik dat we nu de wind wel mee zouden krijgen. Maar we konden eigenlijk ook wel weten dat dit Nederland is en dat we zelden wind mee hebben. Nu was de wind zelfs aangetrokken.Na nog even gekoerst te hebben achter een peloton dat stevig doorreed, kwamen we aan op de rustplek waar we een lekker broodje kaas of ham kregen—en niet kaas én ham. Daar hebben we even lekker gezeten, om vervolgens richting Nijmegen te gaan.
Zo gingen we heerlijk over de dijk langs de Waal. Uiteraard passeerden we plaatsen als Druten, Zevenaar, Beuningen en meer, maar daar gebeurde niet veel—behalve het draaien en keren, de slechte fietspaden en de klinkerwegen.
In Nijmegen konden we genieten van een broodje worst en even uitrusten zodat we de laatste 40 km te slechten (om precies te zijn 40,8 km) Nu met de wind mee naar Tiel, waar het steeds drukker werd op de weg. Met de finish in zicht en de stevige wind mee was het dringen geblazen om maar als eerste in Tiel aan te komen. Zeker bij de stoplichten wilden sommigen niet wachten en drongen ze met hun ellebogen naar voren—om vervolgens weer door ons ingehaald te worden.
Maar ook wij zagen de finish! We kregen een mooie medaille en genoten van een cola en een patatje.
Ingrid en Romy namen als eersten afscheid. Romy had nog een druk programma en wilde op tijd richting huis. Daarna gingen wij naar de auto.
Het was een lange dag. Ik was 14 uur onderweg geweest, maar we hadden weer een fantastische dag vol herinneringen en gezelligheid. Ik heb niet alles kunnen beschrijven, anders kom ik wel op tweeduizend woorden. Maar ik kan nog wel vermelden dat de organisatie er weer een prachtige dag van heeft gemaakt. Misschien moeten ze de naam “11 Stedentocht” veranderen in “11 Bruggetocht”— want die waren er genoeg!