
De voorbereidingen voor deze tocht begonnen al vroeg in de week. Martijn kwam met het plan om een graveltocht te gaan doen op zaterdag. Dat vonden we wel leuk, tot we door kregen dat het de “Gravel 200 XL” ging worden. Wow, dat is niet mis! Wij gaan met gravelen nooit langer dan een kilometer of 90. Al hebben Rob en ik tijdens de “Green Device” een keer 175 km op een dag gemaakt. Maar eerlijk? 60 km is ook goed hoor.
Zo waren we alle drie bezig met de tocht voor te bereiden. Ikzelf door helemaal niet te fietsen of te sporten, maar wel nieuwe banden te plaatsen op mijn ‘Merida Silex’. Ik had gekozen voor “Vittoria Terreno Zero G2” die ik er makkelijk op kreeg, maar er nooit meer af. Tjonge, wat een gedoe! Ik wilde al een Stanley mes gaan pakken om ze er af te snijden, maar gelukkig hadden ze bij 12GO een mooie truc (wil je de truc weten? Bericht mij even).
Rob bleef heel rustig, poetste zijn fiets wat op en monteerde een extra grote tas op zijn stang. Ook trainde hij nog wat op Zwift en kocht de hele voorraad repen en gelletjes op van Sportvoedingwebshop.com. Vandaar die grote tas.
Martijn ging serieus aan de slag. Dinsdagavond maakte hij het Groene Hart onveilig en fietste als een malle wielrenner alle records ondersteboven. En nog erger, hij liet de volgende dag nog een speciaal binnenbandje monteren bij koers.cc en gaf terloops nog aan dat hij er toevallig toch moest zijn. Maar ook had Martijn nog een speciaal mengsel van diesel in zijn bidon gedaan.
Maar goed, dan de tocht. Om 08:00 uur gingen we van start. Het was nog behoorlijk koud en daarom gingen we in het lang. Martijn, die zijn eerste slok diesel had genomen, zette direct het tempo op 30 km per uur. Maar na 20 km vroeg ik of het ietsje minder mocht, want 200 km was nog ver. Maar NATUURLIJK was het antwoord en we gingen met 29,8 km per uur verder.
Via Maartensdijk, door de Lage Vuursche en de Hollandsche Rading richting Hilversum, veel over mooie gravelpaden, maar het mooiste pad kwam nu richting Ankeveen.
Bij Naarden gingen we op zoek naar een eetgelegenheid. We hadden best wel trek en behoefte aan koffie, maar dat bleek ook weer niet zo gemakkelijk. Alles zat vol of was niet aantrekkelijk, dus weer verder. Maar op 110 km vonden we dan toch een mooie gelegenheid en bestelden wij een overheerlijke pannenkoek en voldoende koffie met een heerlijk kokoskoekje erbij.
En weer verder. Ook mooie gravelpaden waren er in de richting van het Gooimeer en richting Laren, waar we het beruchte Goyergracht op gingen. Je weet wel, van die ruzie met paardemeisjes en auto’s die stofwolken achterlaten, maar erger nog, die grote gaten in dit gravelwegdek. Hier moet je niet nadenken, maar door knallen zodat je hier elke keer je PR weer verbetert.
Maar na Laren en Eemnes gingen we richting Baarn en Soest. We hadden nu veel asfalt, maar ook het beste was er bij mij wel af. Zolang het geen vals plat was, kon ik nog wel volgen. Bij Theehuis ’t Bluk stopten we nog even voor wat extra cafeïne en suikers en hadden we nog 55 km te gaan.
Na Soest hadden we weer veel gravelpaden, maar mijn handen en armen begon ik nu wel te voelen en ik was wel klaar met dat gestuiter. Ook Rob had er wat klachten van, maar Martijn hoorde je niet. Die nam weer een slok van zijn diesel en versnelde verder. Zo kwam Maartensdijk weer in zicht waar de auto stond te wachten.
Het was weer een mooi en bijzonder avontuur waar ik een nacht niet van kon slapen!