Afzien bij de voetbal, maar toch 87 kilometer op de fiets.


Sinds mijn kleinzoon een jaar of vijf was, volg ik zijn voetbaltrainingen. En geloof me: altijd in de kou, altijd in de regen, altijd afzien. De laatste tijd kijk ik ook vaak zijn wedstrijdjes. Ik ga erheen op de fiets, sta een uur blauwbekkend langs de lijn en ben daarna blij dat ik mezelf weer warm kan trappen op de terugweg.
Afgelopen zaterdag moest mijn kleinzoon met zijn team tegen Kampong spelen. Dat is aan de andere kant van Utrecht, dus zo’n 43 kilometer fietsen. Volgens Buienradar zou het redelijk weer zijn. Nou ja, een beetje regen, dat kan je wel hebben. Maar ja… Buienradar en de waarheid, dat blijft een lastige combinatie.

Om 08:00 uur stapte ik op de fiets. Het eerste stuk ging prima, maar bij de Reeuwijkse Plassen begon het te regenen. En niet een beetje, nee: nat, heel nat. Omkeren is geen optie. Dus trapte ik door richting Woerden. Eigenlijk best een leuke route, lekker binnendoor en met dat rotweer geen kip op de weg.

Op tijd kwam ik aan bij het voetbalveld. De wedstrijd was nog niet begonnen of het begon te plenzen. Was ik al nat? Dan was ik nu doorweekt. Na de wedstrijd trok ik mijn natte handschoenen en helmmuts weer aan en trapte snel Utrecht uit. Utrecht was vast blij dat ik vertrok, want zelfs het zonnetje kwam nog even kijken. Heel even dan.
De terugweg was met de wind tegen. Dus ja, het was afzien. Maar hé, wel 87 mooie kilometers in de benen.
En het voetbal? Zwaar verloren. ☹




