Winter Bikepacking Weekend
Winter Bikepacking Weekend
En met naam genoemd de Winter editie. De datum werd ook gauw bepaald en dat is 7 en 8 december, niets speciaals maar het kwam zo uit. In de weken voor de datum hadden we veel voorpret. Wat moet ik meenemen? Koop ik er nog tasjes bij of een bagagedrager, of pers ik het allemaal in luchtdichte zakken? En nog belangrijker: wat ging het weer doen?
Nou, de weersvoorspelling was niet vrolijk: geen sneeuw, geen vorst, maar wel regen en wind. Dat temperde de voorpret. Maar goed, we gingen doorzetten. We waren immers doorgewinterde fietsers en we hadden al erger meegemaakt, al zijn we nu Zwift-mietjes en hebben het al koud als we de ijskast openen.
Maar goed, zoals gezegd, we laten ons niet kennen en bepakt en bezakt op zaterdag 7 december de auto in richting Terlet. Terlet is waar de zweefvliegtuigen opstijgen en als je geluk hebt ook weer dalen. O ja, het ligt in Arnhem.
Daar aangekomen regende het, dus eerst koffie drinken in de Tinkerbel met bevroren appelgebak. Al maakte dat niet uit, koud hadden we het al. En nu hup, de fietsen van de auto gehaald en de bepakking erop gesjord. Tot onze verbazing was het droog, dus gingen we vrolijk op pad.
De route was gauw gevonden en we gingen eerst richting Apeldoorn om weer vlakbij de auto uit te komen. Maar eerst Beekbergen, daar waren we op 30 km en tot mijn verbazing ging Martijn direct in de remmen en riep: “Koffie!” Huh, nu al? Ja, nu al. En een oliebol zou ook wel lekker zijn. Nou vooruit dan maar. Samen uit, samen thuis zullen we maar zeggen. Binnen stond Rob zich al te verheugen op wat lekkers en het ging Apfelstrudel worden. Nou vooruit dan maar, en omdat de koffie lekker was, dan nog maar een bakkie. Zo’n weekend ging het dus worden! Maar wel zo gezellig.
Nog steeds droog gingen we verder en twee kilometer verder kwamen we op een behoorlijk glad pad en in een verhoging met wortels moesten Rob en Martijn van de fiets, maar ik dacht het wel te redden en hup, zo op mijn kont. Gelukkig zat mijn achterwiel vast aan mijn fiets, anders was ik hem kwijt. De boomwortel was de boosdoener.
Maar dan weer verder richting het Liederbos naar Deelen waar we de auto bijna konden zien, dus het lusje was gedaan. Nu op naar Otterlo. We reden bij Schaarsbergen en toen brak de hemel open en het regende zo hard dat we er niet eens erg in hadden dat we doorweekt waren. Door flink door te trappen bleven we wel warm, maar de droge momenten waren nu over.
In de schemer bereikten we Otterlo en we keken Rob aan! Hij had immers de trekkershut besteld, maar het was niet in hem opgekomen om het adres op te zoeken. Zo reden we de ene camping na de andere camping voorbij tot we per ongeluk voor het bord stonden: “Camping Beek en Hei”. Gelukkig, hier was het dan.
Gauw aanmelden en de hut opgezocht. Gelukkig had deze hut een kleine verwarming die we met veel moeite aankregen. De spullen van de fiets gehaald en snel naar de douche. De douche was lauw, maar voelde voor ons warm aan.
Na de douche snel weer naar de hut waar het inmiddels op een sauna deed lijken. Het kacheltje deed goed zijn werk. Uitgeblust gingen we wat onderuit hangen en discussieerden wat we met het eten gingen doen. Laten we bezorgen of trotseren we de regen om naar een frietkot te gaan? Ook kwam de taxi ter sprake en zelfs de huifkar met ezel. Maar goed, de benenwagen had gewonnen en in de korte tijd dat het droog was liepen we naar het dorp waar we een perfecte snackbar vonden. Na een geweldige hamburger met patat gingen we gauw terug naar de hut en zochten de slaapzak op. De slaapplaatsen waren verdeeld over twee stapelbedden en Rob en ikzelf sliepen beneden, dus Martijn mocht nog kiezen tussen linksboven of rechtsboven. En trouwens, ik had al geschreven dat het kacheltje goed werk leverde.
Rob en ik lagen lekker in de slaapzak weggekropen en hadden geen idee wat Martijn moest doormaken. Martijn lag weg te smelten in de warmte, ja immers, de warmte stijgt omhoog en zo was het niet te harden in het stapelbed.
In de ochtend hadden we niet veel haast omdat het nog regende. Lekker op het gemak naar de douche en het meegebrachte ontbijt met koffie genuttigd. De fietsen weer opgebouwd, de tassen weer stevig gemonteerd en we konden weer starten voor de route van dag 2.
We reden de camping af en het was gestopt met regenen, dus lekker stevig trappen om warm te worden. We gingen gelijk een glibberig paadje op en zagen meteen wat de regen had gedaan met de ondergrond. Pfff, dat was niet mis: zoveel modder en daarmee een gladde ondergrond. Maar goed, we hadden de hele dag. De weg ging nu via de Ginkel richting Oosterbeek over paden die er eigenlijk niet meer waren, zoveel blad en modder lag er. Maar het was wel een hele mooie route, dus we konden ondanks het harde werken ook nog genieten. Het was alleen jammer dat we geen koffiestop tegenkwamen.
Zo kwamen we aan op de Italiaanse weg, je weet wel, de weg waar we altijd bang voor zijn. Maar dit keer reden we deze weg ondersteboven, ehh achterstevoren, nee omgedraaid, dus we konden lekker afdalen. Zo op een lusje aan richting het kasteel van Doorwerth en daar was dan… geen koffie. Er was wat te doen in het kasteel en daarvoor moest je entree betalen, en ja, als goed Nederlander doe je dat niet, dus weer verder.
Nu reden we langs de Nederrijn en kwamen we op een pad dat het Klompenpad heet. Nou, zelf met klompen was deze niet te belopen, laat staan te rijden met je gravelfiets. Dus lopen, fietsen en ploeteren kwamen we erdoor en de mensen die we tegenkwamen keken ons aan alsof we van een andere planeet kwamen. Ik ben benieuwd wat ze dachten. Nu op weg naar Rozendaal en Bakenberg hadden we eindelijk koffie met een appeltaartje. We zaten buiten en zelfs het zonnetje deed zijn best. Mensen kwamen naar ons toe en vroegen wat we aan het doen waren en met respect trokken ze de wenkbrauwen op, maar ze vonden ons wel stoer.
Nu nog even de Posbank over en nog wat klimmetjes slechten. Op zich ging dat goed, al had ik een afloper, dus wat lucht bijgepomp en rijden voor wat ik waard was. De band verwisselen zag ik niet als een optie. De fiets zat zo dik onder de bagger dat ik bang was dat ik niet eens het wiel eruit kon halen. Nu nog even twee klimmetjes, namelijk 🏔️ Bovenallee Emmapiramide en 🏔️ Zijpenberg, waarna het bijna vlak naar Terlet ging (je weet wel, van die zweefvliegtuigen) en waar we de auto weer terugvonden.
Moe en voldaan ontmantelden we de fietsen en gingen gauw op huis aan. Gelijk naar huis? Geen koffie of appelgebakje? Nee, die was daar niet lekker. Een mooi avontuur van twee dagen en een hele mooie route waar we nog vaak over zullen praten. Voor nu hebben we napret en dat bestaat uit een uur of vier poetsen van de fiets en de kleding. Maar ook dit weekend pakken ze ons niet meer af. Op naar een ander avontuur, maar nu met een zonnetje graag!
Een prachtig verhaal, maar ik kreeg het er wel koud van. Brrrr
Ha Ha Henk het was ook wel koud maar dat maakt het mooier 🙂